Boek : Bollenstreek in oorlogstijd, Herman van Amsterdam en Peter van der Voort
Tijdens de eerste oorlogsdagen werd gedacht dat Groningers die bij bij Sikkens in Sassenheim werkten wel eens pro-Duits zouden kunnen zijn, want ''Groningen ligt vlakbij Duitsland''. En bovendien lijkt vanuit een vliegtuig de fabriek van Sikkens wel wat op een hakenkruis. De Groningers werden verhoord door de politie maar meteen weer losgelaten.
Het was opvallend dat bij razzia’s in Lisse zo weinig personen opgepakt werden. Dat kwam door een slimme actie van het verzet. Bij die razzia’s werd er altijd eerst overlegd met de ‘’Ortskommandant’’ en zijn ‘’Führer’’in Haarlem (jawohl, Herr Obersturmbahnführer). Dat gesprek werd afgeluisterd in het telefoonkantoor van Lisse door een ‘’luistervink’’ (een medewerker was van de ondergrondse). Toch wel slim die Lissers.
In oorlogstijd moesten voetbalelftallen uit de Bollenstreek verplicht spelen tegen Duitse elftallen. In Lisse ‘’rausden’’ de Lissenaren er flink op los. De Duisters protesteerden, maar de scheidsrechter zag dat schoffelwerk niet erg. Deze wedstrijden waren in wezen oorlogsgevechten.
Tijdens afwezigheid van de bewoners ging de werkster fanatiek aan de gang met de grote was. Bij terugkomst was het echtpaar helemaal niet blij. Aan de lijn hing ook ondergoed van een Amerikaanse piloot met de legermerkjes duidelijk zichtbaar. De heer des huizes merkte op, dat de werkster net zo goed de Amerikaanse vlag buiten had kunnen hangen.
In Sassenheim was bijna de helft van de 7000 inwoners aan het einde van de oorlog ondervoed en meer dan de helft had een maagaandoening. Van de schoolkinderen had 70 % last van ‘’hoofdonrein’’. En men ging naar het Hillegomse badhuis voor een grote wasbeurt. Toen waren het wel de Hillegomse vrienden.